Naam van het project: Beheervereniging ‘Doorzon’

Initiatiefnemers: Bewoners van het appartementengebouw ‘Wilhelminastate’ te Leeuwarden (per adres Molenstraat 34B, 8913 BC)

Categorie Innovatienetwerk- Nieuwe Nuts Award & KNHM – Mooiste Burgerinitiatief Award

1. Beschrijving

‘Doorzon’ beheert een installatie van 87 zonnepanelen,berekend op 12.500 kWh, voor bewoners van ‘Wilhelminastate’. De installatie is aangebracht op het platte dak van het gebouw, de voormalige HTS waarin 24 koopappartementen zijn aangebracht. De panelen zijn verdeeld over 3 omvormers. De installatie is dusdanig verzwaard en gekoppeld dat constructie stormvast is. In verband met toekomstig onderhoud aan de dakbedekking is de installatie zo demontabel mogelijk aangebracht. Door de monumentenstatus was het niet mogelijk de energie direct te leveren aan de deelnemers (geen uitwendige leidingen; panelen niet zichtbaar vanaf de begane grond). Met een beheervereniging voor de deelnemers is voorzien in overboeking van de opbrengst naar de deelnemers, en de verdeling van de kosten zoals het technisch beheer, de afschrijving en de verantwoording.
2. Doel:

Mee doen aan het streven naar meer duurzaamheid. Door deze opzet werd het voor mensen met smalle (en grotere) beurs toegankelijk om mee te doen. Dat blijkt ook uit de deelname: van 1, 2, 4 tot ook veertien panelen per deelnemer van de in totaal 87. De energieopbrengst wordt direct benut voor het algemeen gedeelte van ‘Wilhelminastate’ ; de overige productie gaat naar het openbare net. De opbrengst wordt verdeeld over de deelnemers; ‘Doorzon’ beheert daartoe een transitierekening.
Er is geen winstoogmerk. In samenwerking met Monumentenzorg is het dus mogelijk gebleken monumentale gebouwen ook in te zetten voor duurzame energie.
3. Context, planning
Een aantal bewoners wilden duurzaamheidaspecten stimuleren voor een monumentaal gebouw,  dat bij de transformatie tot 24 appartementen, ook al van goede isolatiewaarden was voorzien. De twaalf deelnemers zijn allen bewoners van de appartementen.

De planning was om direct na afhandeling van de formaliteiten met SDE en Essent in juni 2009 snel van start te gaan. Uiteindelijk bleek het een lang traject te zijn, dat in oktober 2010 zijn eindpunt kreeg,  en de installatie in werking gesteld werd.

Onder punt 4 is opgesomd welke drempels er moesten worden genomen om ‘groen licht’ te krijgen voor een dergelijke collectieve opzet.
4. Organisatiestructuur
Een aantal bewoners, die recentelijk dit ‘nieuwe’ gebouw betrokken, zagen mogelijkheden voor opwekking van zonne-energie op het platte dak van het monument. Voorafgaand aan een inschrijfronde bij SDE in 2009 zijn alle bewoners gevraagd of ze belangstelling hadden. In eerste instantie waren dat er zes, allengs uitgegroeid tot twaalf van de 24 bewoners.

Een initiatiefgroep van drie mensen verzorgde verder de aanvraag, vroeg offertes, maakte de begroting.

Na verloop van tijd –er was inmiddels subsidie toegekend- bleek dat een collectieve opzet als deze niet aansloot op de regelgeving. ‘Doorzon’, zo was het initiatief genoemd, had heel wat drempels te nemen:

  1. Financiering: Niet alle panelen waren geadopteerd door bewoners. Voor 26 panelen moest er worden geleend. Banken, ook groenfondsen, verstrekten geen leningen op panelen; de publiciteit over ‘groen’ en ‘duurzaam’ bleek geen praktische zijde te kennen voor collectieve initiatieven. Het werd opgelost door particulier te lenen van één van de deelnemers, op basis van een schuldbekentenis van de deelnemers, gedeponeerd bij de notaris.
  2. Een beheervereniging werd met notariële akte opgericht en ingeschreven in het register van de KvK.
  3. Overleg met de belastingdienst was nodig; uiteindelijk verklaarde men dat we ‘niet deelnamen aan het economisch verkeer’.
  4. Monumentenzorg diende toestemming te verlenen; daartoe was een ‘beperkte’ bouwvergunning nodig.

5. Bron
Zonne-energie, geabsorbeerd door 87 panelen. Een tweede klein effect is het deels ‘afvangen’ van warmte. Met veel zonnige dagen achtereen dringt de warmte door de geïsoleerde dakbedekking en het betonnen dak. Door de schaduwwerking van panelen wordt dat verminderd. (met een beetje fantasie is de oude aanduiding ‘Sonnevanck’ weer bruikbaar)

 

6. Technische schets
Op het voorste deel van het platte dak van het rijksmonument Wilhelminastate zijn 87 panelen van het type Solarworld in drie strengen van resp. 30, 30 en 27 geplaatst. Deze drie strengen zijn elke van een omvormer voorzien, aangebracht in de toren. Vandaar gaat er een leiding naar de centrale meterkast. De panelen zijn in profielen geplaatst, die met betonnen tegels verzwaard zijn, met aan achterzijde weer deels schuin geplaatste tegels. De strengen zijn onderling weer verbonden en daarmee stormvast. Deze demontabele plaatsing is gekozen omdat mogelijk in het verre verschiet de dakbedekking nog eens moet worden vervangen.

7. Investering en exploitatie
De investeringskosten bedroegen € 62.000, inclusief plaatsing en BTW. Beheervereniging ‘Doorzon’ is de exploitant van het ‘energiebedrijf’.

Het overleg over de toekenning van een meervoudige ‘salderingsgrens’ met Enexis en Essent is nog gaande. Daarover is ook overleg gevoerd met de Tweede kamer, vanwege een motie van CDA en PvdA over de effecten van energiebelasting. Het Algemeen gedeelte van het gebouw Wilhelminastate zal van de verwachte opwekking van 12.500 kWh, waarschijnlijk 6500 kWh direct kunnen benutten. Met het overige deel wordt de salderingsgrens bij teruglevering nog overschreden, omdat de Essent en anderen een eenmalige grens van 5000 toekennen, ook al zijn er twaalf deelnemers.

8. Overtuig de jury
Deze collectieve opzet werd gekozen om enerzijds ook monumenten te kunnen laten meedoen aan ‘duurzaamheid’, zonder het uiterlijk aan te tasten; anderzijds om op deze wijze ook mensen met een smalle beurs mee te kunnen laten doen aan de ‘uitdagingen van de nieuwe tijd’ .

Deze collectieve opzet bleek haaks te staan op de regelgeving. Daarom moesten een aantal drempels worden overwonnen. Achter elke drempel kwam weer een nieuwe omhoog. Eerst de subsidiegang, dan monumentenzorg, de matig geïnteresseerde stroomleverancier overtuigen; een salderingsgrens die voor iedere deelnemer zou moeten gelden, maar toch blijft gehandhaafd op het maximum van 5000 kWh teruglevering voor 12 deelnemers; medewerking van de gemeente voor dit collectieve experiment; oprichten van de beheervereniging, beoordelen offertes, leningsovereenkomsten van deelnemers en uiteindelijke gunning en plaatsing. De termijn van 18 maanden tussen aanvraag bij SDE en realisatie werd bijna overschreden.

Kortom een collectieve opzet heeft zeker voordelen. De ervaring door ons opgedaan wil de gemeente Leeuwarden en bij initiatieven daarbuiten  benutten voor een grootschaliger aanpak van veel appartement gebouwen met platte daken. De te nemen ‘drempels’ zijn nu niet meer onbekend. En: het is een bijzonder gevoel dat het geheel, na de hobbels en daardoor een lange startperiode, uitstekend werkt.