Fossiele brandstoffen sterker gestimuleerd dan hernieuwbare energie

De overheid besteedde in 2010 via 53 overheidsingrepen 5,8 miljard euro uit de schatkist aan fossiele energie tegenover 1,5 miljard euro aan hernieuwbare energie. Dat blijkt uit een onderzoek door Ecofys en CE Delft in opdracht van Eneco en Triodos Bank.

Met ten minste 53 financiële en andere maatregelen stuurt de Nederlandse overheid de ontwikkelingen op de energiemarkt. Niet al deze ingrepen stroken met het huidige streven naar een CO2-arme energievoorziening.

Het rapport omvat een inventarisatie van de 53 overheidsingrepen in 2010 en een kwantificatie van de belangrijkste daarvan. “De interventies zijn ooit om goede redenen ingesteld, maar ze bewegen niet automatisch mee met de energie- en klimaatdoelen van de overheid,” zegt David de Jager, onderzoeker van Ecofys. “Onze cijfers geven aanleiding om de interventies opnieuw te toetsen. Waarschijnlijk zal de overheid dan effectiever en goedkoper kunnen sturen op haar doelen ten aanzien van energie en klimaat.”

De overheid steunde het eindgebruik van energie in 2010 met 4,6 miljard euro, onder andere met belastingkortingen en –vrijstellingen voor grootverbruikers van energie. Bij de productie van energie ging in 2010 bijna 1,4 miljard euro aan overheidsgeld naar fossiele energiebronnen en kernenergie en bijna 1,3 miljard euro naar hernieuwbare energiebronnen.

“De belastingbetaler draagt dus bij aan de lagere eindgebruikersprijs voor fossiele brandstoffen en de prikkel om energie te besparen wordt minder. Ook profiteert de producent van fossiele energie meer dan die van hernieuwbare energie. Die drie mechanismen werken belemmerend voor een CO2-arme energievoorziening,” aldus Martijn Blom van CE Delft.

Zie voor meer informatie het rapport Overheidsingrepen in de energiemarkt – Onderzoek naar het Nederlandse speelveld voor fossiele brandstoffen, hernieuwbare bronnen, kernenergie en energiebesparing op de site van CE Delft.

bron: CE Delft en Ecofys, 22/02/11